
Voor deze reeks interviews heb ik 8 vragen gekozen als eerbetoon aan de iconische 8mm-camera, waarbij ik dieper inga op de visie en passie van elke filmmaker/acteur.
Aron Quadu groeide op in Sardinië, waar hij van jongs af aan verschillende kunstvormen verkende, zoals schilderkunst, fotografie en poëzie. Als fotograaf en filmmaker staat hij bekend om zijn emotioneel geladen en persoonlijke beeldtaal, waarmee hij elk project een unieke signatuur geeft.
Is er een film uit je kindertijd die je liefde voor cinema heeft aangewakkerd, of is dat iets wat langzaam is ontstaan?
Mijn liefde voor cinema is al op jonge leeftijd ontstaan. Ik herinner me nog dat ik zes jaar oud was en droomde van een toekomst als acteur – ik wilde worden zoals Arnold Schwarzenegger. Ik heb altijd de ambitie gehad om op te groeien en een persoon te worden die een blijvende indruk nalaat. Eén van de films die me altijd is bijgebleven, is Bicentennial Man, met Robin Williams in de hoofdrol. Het verhaal van de eerste robot die mens wordt en ook als mens sterft — een waar meesterwerk dat me diep heeft geraakt.
Mijn passie voor acteren is nooit verdwenen. Ik heb jarenlang theater gedaan in Italië, waar ik mijn eerste echte stappen op de scène zette. Toen ik later naar België verhuisde, heb ik besloten mijn creatieve pad verder te verdiepen. Ik ben regie gaan studeren in Brussel, waar ik uiteindelijk ook mijn master heb behaald. Nu sta ik aan het begin van een nieuw hoofdstuk in mijn leven, vol energie en vastberadenheid om mijn weg te vinden in de wereld van film.
Welke filmmaker inspireert je het meest en wat bewonder je aan hun werk?
Mooie vraag! Er zijn verschillende regisseurs die ik bewonder, elk om hun eigen stijl en aanpak. Zelf probeer ik altijd verschillende stijlen en technieken in me op te nemen en er iets van mezelf in te leggen.
Tim Burton is een regisseur die ik enorm waardeer. Ik kijk graag naar zijn films, juist omdat zijn wereld zo anders is dan de mijne – het is een compleet eigen universum, vol verbeelding en duistere poëzie. Ook Lenny Abrahamson, de regisseur van Room, heeft een stijl die me erg aanspreekt. Zijn manier van vertellen is intiem, menselijk en meeslepend. Daarnaast bewonder ik ook Denis Villeneuve. Zijn films combineren visuele kracht met diepgaande thematiek en een indrukwekkend gevoel voor ritme en sfeer. Elke van deze regisseurs inspireert me op een andere manier, en ik probeer altijd te leren van hun werk terwijl ik mijn eigen stem blijf ontwikkelen.
Als je je eigen filmfestival zou organiseren, welk type films zou je dan willen vertonen en waarom?
Als ik mijn eigen filmfestival zou organiseren, zou het een drama-thriller filmfestival worden. Ik hou ervan om met het publiek te spelen, hen op het verkeerde been te zetten, hen te verwarren — en vooral om grip te hebben op hun emoties van begin tot eind.
Als persoon ben ik hypersensitief, en dat beschouw ik als een troef. Het helpt me om mijn acteurs beter te begeleiden en om hen op het juiste moment de juiste emoties te laten voelen en tonen. Ook in de montagefase werk ik heel bewust: ik speel graag met zowel extradiegetische als intradiegetische muziek en gebruik de montage als een extra laag om gevoelens te sturen en te versterken. Ik voel en ervaar dingen vaak intenser dan anderen, en precies daarom spreekt het genre drama me zo aan. Het raakt, het blijft hangen, en het laat ruimte voor echte emotie. Daarom zou ik met volle overtuiging kiezen voor een drama-thriller filmfestival.
Wat is een uitdaging die je als filmmaker/acteur hebt ervaren, en hoe heb je deze overwonnen?
Heel eerlijk gezegd was de grootste uitdaging tot nu toe het 48 Hour Film Project in Antwerpen. Ik ben meer dan 58 uur wakker gebleven om een kortfilm te schrijven, regisseren en monteren. Het was een intense ervaring — opwindend en tegelijkertijd bijna traumatisch. Gelukkig was het alle moeite waard: we wonnen de hoofdprijs voor Beste Film met BENNY (2025) en ik kreeg ook de prijs voor Beste Regie.
Daarnaast sleepte de film die avond nog meerdere andere prijzen in de wacht. Maar ik herinner me nog goed: nadat we de film hadden ingediend, had ik zeker tien dagen nodig om weer een beetje op adem te komen. Het was zwaar, maar het heeft me ook getoond wat ik aankan als ik écht alles geef.
Kun je een moment beschrijven op de set dat je altijd zal bijblijven?
Ik heb eigenlijk niet één enkel moment dat er met kop en schouders bovenuit steekt. Misschien komt dat omdat ik mezelf niet snel laat verrassen, of omdat ik weet dat er nog grotere sets zullen komen dan die waar ik tot nu toe op heb gestaan.
Toch zijn er twee ervaringen die me sterk zijn bijgebleven. Tijdens de testopnames van mijn langspeelfilm Zwart Verleden waande ik me echt in de Tweede Wereldoorlog. De intensiteit van de setting, de kostuums, het spel — alles klopte zó goed dat het voelde alsof we door de tijd waren gereisd.
Een ander moment was tijdens de opnames van BENNY. Daar heb ik achteraf spijt van dat ik de kinderen niet méér schermtijd heb gegeven. Tijdens het draaien merkte ik pas hoe ongelofelijk getalenteerd ze waren. Ze brachten een soort puurheid en kracht die me echt raakte. Dat heeft me geleerd om nog alerter te zijn op het onverwachte talent dat op set tot leven kan komen.
Als je de kans kreeg om een film te maken over je eigen leven, welk genre zou het dan zijn en wie zou je spelen?
Wat een mooie vraag. Als ik een film over mijn eigen leven zou mogen maken, dan zou het zeker een dramafilm zijn — maar ook eentje die het publiek wil inspireren. Mijn verleden is niet makkelijk geweest. Ik heb te maken gehad met financiële moeilijkheden, gezondheidsproblemen en nog veel meer, waar ik liever niet in detail over treed. Maar juist daarom zou ik deze film maken: om te tonen dat alles mogelijk is, zelfs wanneer het leven zwaar is.
Niemand geeft je iets cadeau. Als je iets wilt bereiken, moet je ervoor vechten en zweten. En wie mij zou spelen? Ikzelf. Want niemand kan beter laten zien hoe het écht was dan ik. Het zou een film worden die niet alleen mijn verhaal vertelt, maar ook hoop geeft aan iedereen die denkt dat het onmogelijk is. Want soms is precies dát wat mensen nodig hebben: te zien dat het wél kan.
Wat zijn je drie favoriete films aller tijden, en wat maakt deze zo bijzonder voor jou?
Ik kan eigenlijk geen antwoord geven op deze vraag — ik heb geen top 3, maar eerder een top 30. Er zijn zoveel films die me hebben geraakt en gevormd, elk op hun eigen manier.
Toch zijn er een paar die eruit springen, zoals The Legend of the Pianist on the Ocean, Lion en Dogman. The Legend of the Pianist on the Ocean is een visueel en muzikaal meesterwerk dat de kracht van fantasie en eenzaamheid laat voelen. Lion raakt me diep vanwege het menselijke verhaal over verlies, familie en de zoektocht naar je roots — een thema dat universeel en persoonlijk tegelijk is. Dogman bewonder ik om zijn rauwe realisme, de complexiteit van de hoofdpersonages en de emotionele spanning die de hele film draagt. Het zijn films die je niet alleen bekijkt, maar die je bijblijven — en dat is voor mij de essentie van cinema.
Als je één levensles aan de lezers zou willen meegeven, wat zou dat dan zijn?
Geef nooit op. Hoe zwaar het leven ook is, hoe moeilijk de omstandigheden ook lijken — blijf doorgaan. Niemand geeft je iets cadeau, en succes komt niet vanzelf. Je moet ervoor werken, vallen, opstaan en blijven geloven in je eigen pad. Laat je verleden je niet tegenhouden, maar gebruik het als brandstof om vooruit te gaan. Alles is mogelijk als je er met hart en ziel voor gaat.
Droom groot, werk hard, en vergeet nooit waarom je bent begonnen.












